Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Nederlandse oorlogsslachtoffers WO II: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Joodse oorlogsslachtoffers: typo)
k (Burgerslachtoffers van oorlogsgeweld: Link Lenting)
Regel 184: Regel 184:
 
*[[Kuhlman, Friedrich Bernhard|Friedrich Bernhard Kuhlman]], 's-Heerenberg, <7>
 
*[[Kuhlman, Friedrich Bernhard|Friedrich Bernhard Kuhlman]], 's-Heerenberg, <7>
 
*[[Leensen, Wilhelmus Johannes Joseph|Wilhelmus Johannes Joseph Leensen]], Gendt, <7>
 
*[[Leensen, Wilhelmus Johannes Joseph|Wilhelmus Johannes Joseph Leensen]], Gendt, <7>
*[[Lenting,Theodorus Wilhelmus Hendrikus|Theodorus Wilhelmus Hendrikus Lenting]], Braamt, <8>
+
*[[Lenting, Theodorus Wilhelmus Hendrikus|Theodorus Wilhelmus Hendrikus Lenting]], Braamt, <8>
 
*[[Litjes, Wilhelmus Petrus|Wilhelmus Petrus Litjes]], 's-Heerenberg <2>, <7>
 
*[[Litjes, Wilhelmus Petrus|Wilhelmus Petrus Litjes]], 's-Heerenberg <2>, <7>
 
*[[Lucassen, Maria Antonia|Maria Antonia Lucassen]], Kilder, <7>, <8>
 
*[[Lucassen, Maria Antonia|Maria Antonia Lucassen]], Kilder, <7>, <8>

Versie van 19 jun 2021 om 12:37

Wie is een oorlogsslachtoffers?

Op deze pagina staan alle Nederlandse oorlogsslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog die een binding met de gemeente Bergh hebben. Uiteraard is niet iedere dode uit die tijd een oorlogsslachtoffer, maar een sluitende definitie van dit begrip is er niet.

Achter elke naam in onderstaande lijst staan nummers die verwijzen naar de plaatsen waar de betreffende persoon als oorlogsslachtoffer wordt vermeld. De nummers <1> tot en met <4> verwijzen naar de oorlogsmonumenten in Bergh. Hier heeft de plaatselijke bevolking beslist welke namen een plaats verdienden. Ook had de gemeente Bergh een eigen lijst van oorlogsslachtoffers (nummer <7>).

Nummer <8> verwijst naar het slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting (OGS). Hoewel dit een zeer gezaghebbend register is, staan niet alle Berghse oorlogsslachtoffers hierin. Dit kan, zoals de OGS zelf op haar website meedeelt, het gevolg zijn van onjuistheden en onvolkomenheden. De reden kan ook zijn dat een slachtoffer niet voldoet aan de definities die de OGS hanteert. Zij maakt onderscheid tussen oorlogsslachtoffers en slachtoffers van de oorlog. Eerstgenoemden zijn omgekomen door gericht handelen van de vijand, zoals in de gewapende strijd, in gevangenschap, bij represailles of door vervolging. Laatstgenoemden hebben zich niet in woord of daad tegen de vijand verzet, maar zijn toch omgekomen door oorlogsgeweld of na de oorlog aan de gevolgen daarvan overleden. Ondanks deze definities is niet altijd duidelijk waarom de een wel en de ander niet in het slachtofferregister van de OGS is opgenomen.

De nummers verwijzen als volgt:

Categorieën oorlogsslachtoffers

Nederlandse militairen

Categorie:WO II gesneuveld KL

Gesneuveld tijdens de Duitse inval

Tijdens de oorlogsdagen van mei 1940 en gebeurtenissen die daarmee verband houden in de dagen daarna, zijn ruim tweeduizend Nederlandse militairen gesneuveld. Daaronder waren er zeven die in de voormalige gemeente Bergh zijn geboren, of bij het begin van de oorlog daar woonachtig waren. Bovendien is er één Nederlandse militair van elders in de gemeente Bergh gesneuveld. Zeven van hen zijn begraven op het Militair Ereveld Grebbeberg in Rhenen.

De overlijdens van deze militairen moesten, zoals elk ander overlijden, worden aangegeven in de gemeente waar zij waren omgekomen. Vervolgens zond die gemeente een uittreksel uit de overlijdensakte naar de gemeente waar de militair had gewoond, zodat het overlijden ook daar officieel geregistreerd kon worden. Door de oorlogsomstandigheden is de overlijdensaangifte voor elk van de omgekomen Berghse militairen heel verschillend verlopen. Details hierover zijn op de pagina van elk van hen te vinden.

Gesneuveld tijdens de bevrijding van Nederland

Leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten hebben in 1944 en 1945 in het kielzog van de oprukkende geallieerde strijdmacht militaire taken uitgevoerd. Hierbij zijn doden gevallen.

Joodse oorlogsslachtoffers

Categorie:Joodse oorlogsslachtoffers

Hieronder volgen de namen van de Joodse oorlogsslachtoffers die in 's-Heerenberg geboren zijn of er voor langere dan wel kortere tijd gewoond hebben. In andere Berghse plaatsen hebben, voor zover bekend, geen Joden gewoond.

Informatie over Berghse Joden die de oorlog overleefd hebben of voordien al overleden waren, is te vinden op of via de pagina Joodse gemeenschap in 's-Heerenberg.

Gedeporteerd vanuit 's-Heerenberg

Van elders gedeporteerd;
verwanten in 's-Heerenberg

Van elders gedeporteerd;
geen verwanten in 's-Heerenberg

Burgerslachtoffers van de Duitse repressie

Categorie:Slachtoffers van repressie

Burgers die na arrestatie op grond van activiteiten die de bezetter onwelgevallig waren, zijn gearresteerd en vervolgens door toedoen van de bezetter om het leven zijn gekomen

Burgerslachtoffers van oorlogsgeweld

Op deze lijst hieronder staan ingezeten burgers van Bergh die in Bergh of elders aan de gevolgen van oorlogsgeweld zijn overleden, en ook burgers van elders die in Bergh zijn overleden.
In de Categorie:Burgerslachtoffers oorlogsgeweld zijn bovendien burgerslachtoffers van oorlogsgeweld opgenomen die in Bergh geboren zijn, maar bij hun overlijden niet meer in Bergh woonden.


Berghse oorlogsslachtoffers met Duitse nationaliteit

De nazi's beschouwden iedere Duitser binnen de officiële grenzen van het Duitse Rijk als Rijksduitser. Duitsstammigen buiten het Duitse Rijk werden aangeduid met de term Volksduitser.
De volgende Berghenaren zijn daarom opgenomen in de Categorie:Duitse oorlogsslachtoffers.

Berghse oorlogsslachtoffers in Nederlands-Indië en het Verre Oosten

Categorie:Slachtoffers in het Verre Oosten

Slachtoffers van het Kamp Rees overleden in Bergh

Categorie:Slachtoffers Kamp Rees

Er bestaan geen volledige namenlijsten van mensen die in Kamp Rees hebben gezeten. Onderstaande lijst is samengesteld op grond van de volgende bronnen:

X = acht slachtoffers die op het protestante kerkhof van 's-Heerenberg waren begraven en in 1955 als groep zijn overgebracht naar het Ereveld Loenen. Zij rusten daar nu in vak C, graven 15 t/m 22. De rest is op andere tijdstippen naar Loenen overgebracht, dan wel in de eigen woonplaats herbegraven.

De nummers achter de namen worden verklaard in de inleiding bovenaan deze pagina.

Commissie tot het doen van aangifte van overlijden van vermisten

Ten tijde van de bevrijding waren heel veel Nederlanders ontheemd – zij waren om wat voor reden dan ook uit hun woonplaats verdreven of gedwongen afgevoerd. Dit waren bijvoorbeeld evacués, die in de loop van 1945 in de meeste gevallen naar huis terug konden keren. Maar er waren ook heel veel mensen afgevoerd naar concentratie- en vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Over hun lot was in de meeste gevallen niets met zekerheid bekend. Nadat de overlevenden in de maanden na de oorlog naar huis waren teruggekeerd, moest worden aangenomen dat de rest was omgekomen.

Zolang er geen bewijs was dat deze mensen waren overleden, stonden zij officieel als vermist geregistreerd. Dit betekende niet alleen dat nabestaanden in het ongewisse bleven over het lot van hun naasten, maar ook dat de overlijdens niet in de registers van de Burgerlijke Stand ingeschreven kon worden. Dit kon voor de nabestaanden allerlei juridische gevolgen hebben. Erfenissen konden niet verdeeld worden, en weduwnaars en weduwen konden niet hertrouwen, om maar een paar voorbeelden te noemen. De bestaande wetgeving voor oorlogsslachtoffers bleek niet bruikbaar, zodat op 2 juni 1949 (ruim vier jaar na de oorlog) een wet werd aangenomen die de procedures voor het opmaken van overlijdensakten van vermisten moest vereenvoudigen. Twee maanden later werd bij Koninklijk Besluit de Commissie tot het doen van aangifte van overlijden van vermisten ingesteld, die deze wet moest gaan uitvoeren.

De ministeries van Justitie, van Binnenlandse Zaken en van Financiën werkten hierin samen met het Rode Kruis en nog een aantal instanties om het lot van de vermisten te achterhalen. In een aantal gevallen is uit Duitse gemeenten een overlijdensakte – een Sterbeurkunde – ontvangen, maar in de meeste gevallen – met name waar het Joden betrof – is door de inspanningen van de Commissie het bewijs geleverd dat de betroffenen waren overleden. De Commissie deed op eigen initiatief onderzoek, maar nabestaanden of belanghebbenden konden ook een verzoek tot onderzoek indienen.

In 1952 werd de Commissie ingekrompen en in september 1962 opgeheven. De gevallen die zich daarna nog voordeden, werden afgehandeld door de Hoofdafdeling Privaatrecht van het ministerie van Justitie.

De Berghse oorlogsslachtoffers die door de Commissie zijn achterhaald, zijn bijna allemaal Joden (zie 2.2). Een voorbeeld is Roidi Bloemendaal. De enige uitzondering is, voor zover op dit moment bekend, Antoon Koenders (zie 2.3).

Zie ook